Versterk het Nederlands, en zes andere actiepunten voor de Vlaams-Nederlandse samenwerking
Nu Nederland voor de opdracht staat een nieuwe regering te vormen, pleit de lage landen voor een intensievere samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland. Die is nu nog te zeer ad hoc en niet structureel ingebed. De politieke partijen krijgen daarom zeven concrete actiepunten aangereikt.
Vlamingen en Nederlanders hebben een gemeenschappelijke taal en cultuur en bevolken samen een welvarende rivierendelta. Ze zijn bijzonder belangrijke handelspartners voor elkaar en hebben veel te winnen bij nauwe economische samenwerking. Tegelijkertijd kampen hun dichtbevolkte woongebieden met gelijkaardige uitdagingen zoals stremmende mobiliteit en zwaarbelaste natuur.
Niet alleen bij het aanpakken van gedeelde problemen in de Lage Landen, ook bij het uitdragen van de gemeenschappelijke taal en cultuur in het buitenland staan ze samen sterker. Als Vlaanderen en Nederland niet eensgezind de neerlandistiek in de wereld zouden ondersteunen, dan kwijnde het Nederlands weg. De Nederlandstalige literatuur boekt internationale successen mede dankzij de gezamenlijke presentatie op toonaangevende boekenbeurzen.
In de culturele samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland zijn er vele mooie initiatieven. Maar de uitwisseling is vaak ad hoc en niet structureel ingebed. Het cultuurbeleid is vooral nationaal georiënteerd. De ambtenaren die ervoor verantwoordelijk zijn, wisselen regelmatig, hebben de kennis niet en zien nog te weinig de meerwaarde van grensoverschrijdende samenwerking.
Om die samenwerking te versterken, is het broodnodig dat de nieuwe Nederlandse regering werk maakt van de volgende zeven actiepunten.
1. Versterk het Nederlands
© Michiel Devijver
Het voor een vitale democratie essentiële vermogen complexe teksten geconcentreerd te lezen, te begrijpen en kritisch te beoordelen, neemt over de volle breedte van de samenleving af. Om het tij te keren is, stelde het Leesoffensief in zijn manifest, behoefte aan “een breed gedragen en samenhangend leesbeleid waarin alle leeftijden en alle relevante groepen welomschreven aandacht krijgen.”
Leesbevordering is een strijd die aan vele fronten gevoerd moet worden – thuis, in de kinderopvang, in de bibliotheek en op school – maar het onderwijs speelt vanzelfsprekend een cruciale rol. Vlaanderen en Nederland staan in het onderwijs voor gelijkaardige uitdagingen. Zorg ervoor dat de uitwisseling van informatie, ideeën en inzichten tussen het Nederlandse en Vlaamse onderwijs optimaal blijft en waar mogelijk verder uitgebouwd wordt, allereerst ten aanzien van de Nederlandse taal.
Zowel in Nederland als Vlaanderen is er in de afgelopen twee decennia een sterke daling in vaardigheden van scholieren als begrijpend lezen, luisteren en schrijven. Om de weg omhoog weer te vinden, moet het onderwijs Nederlands ingrijpend anders. Er is werk aan de winkel op velerlei terrein: technisch en begrijpend lezen, leesmotivatie en achtergrondkennis. In september 2023 publiceerde de Taalraad het actieplan Samen sterk voor taalcompetentie. Om het tij te keren is het urgent dat de nieuwe regering dit actieplan omarmt en uitvoert.
De studentenaantallen bij de faculteiten Nederlands zijn in de afgelopen jaren flink teruggelopen. Die ontwikkeling is wel tot staan gebracht, maar op een veel te laag niveau. Een van de gevolgen: het tekort aan academisch geschoolde leraren Nederlands dreigt in de komende jaren nijpende vormen aan te nemen. Het is hoognodig om het imago van het Nederlands te verbeteren en te investeren in de versterking van de opleidingen Nederlands.
In het vorige coalitieakkoord viel de Nederlandse taal alleen in de context van de stelling dat asielzoekers vanaf dag één de taal moeten leren. Om het imago van het Nederlands te versterken, moet de nieuwe regering duidelijk maken dat de eigen taal voor iedereen relevant is en uitdragen dat het Nederlands belangrijk is in het onderwijs, als wetenschapstaal en als drager van onze gemeenschappelijke cultuur.
Om het imago van het Nederlands te versterken, moet de nieuwe regering duidelijk maken dat de eigen taal voor iedereen relevant is
Nederland en Vlaanderen investeren veel minder in het ondersteunen van de eigen taal in het buitenland dan andere Europese landen. Dat bleek uit onderzoek dat de Taalunie in 2019 verrichtte. En dat terwijl investeringen in de internationale neerlandistiek aantoonbaar een economische, culturele en diplomatieke meerwaarde hebben.
Zeker, op initiatief van de Tweede Kamer is er eind 2022 een miljoen euro extra voor de internationale neerlandistiek uitgetrokken. Dat is een goede zaak. Maar de noden blijven hoog bij de vakgroepen Nederlands die in een kleine veertig landen ongeveer dertienduizend studenten opleiden.
De Taalunie heeft een goed systeem van aanvullingen op het loon van docenten als dat te laag is om van te leven. Maar de aanvulling is nog te bescheiden en geldt slechts voor een beperkt aantal landen. Het moet in veel meer landen doorgevoerd worden.
Veel voorposten van het Nederlands in het buitenland zijn op dit moment bedreigd. Het is zowel in het economische als culturele belang van Nederland om ruimhartig te investeren in de internationale neerlandistiek en te zorgen dat het aantal docenten en studenten niet daalt maar stijgt.
2. Verstevig de Taalunie
© FRDR
De Taalunie is uniek in de wereld, nergens anders werken twee regio’s zo nauw samen op een beleidsterrein. Dat doen ze al sinds 1980, toen Nederland en België het Taalunieverdrag sloten. Daarin legden ze plechtig vast dat ze samen de schouders zetten onder de verspreiding van het Nederlands in de wereld. Ook op eigen bodem hadden ze een brandende ambitie: de integratie van Nederland en de Nederlandstalige gemeenschap in België op het gebied van de Nederlandse taal en letteren.
Ruim veertig jaar na de tekening van het verdrag beleeft de Taalunie evenwel geen hoogtijdagen. De taalbeleving in Vlaanderen en Nederland drijft uit elkaar. Een visitatiecommissie kwam eind 2021 tot de slotsom dat het nodig is opnieuw helderheid te verschaffen over het bestaansrecht van de Taalunie. Binnen de organisatie rommelde het en de Algemeen Secretaris vertrok.
Het is van het hoogste belang dat de Nederlandse regering haar engagement voor de Taalunie toont
In het veld heerst de overtuiging dat de Taalunie een essentiële organisatie is om de eenheid en de diverse rijkdom van de Nederlandse taal te bewaken en te zorgen dat de Nederlandstalige landen – Nederland, Vlaanderen, geassocieerd lid Suriname en Aruba, Curaçao en Sint-Maarten waarmee raamovereenkomsten bestaan – samen sterk staan in de wereld.
Maar om die rol optimaal te kunnen vervullen, zijn hervorming en versterking van de organisatie nodig. De structuur van de organisatie met verschillende lagen en commissies is nodeloos ingewikkeld. Ook is de betrokkenheid vanuit de Nederlandse politiek en ambtenarij bij de Taalunie niet altijd even groot. Het is van het hoogste belang dat de Nederlandse regering haar engagement voor de Taalunie toont en bijdraagt aan de modernisering en versterking van deze organisatie.
3. Maak de culturele samenwerking structureel
© Koen Broos
In het voorjaar van 2015 gooide de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland de handdoek in de ring. De voorzitter verantwoordde die beslissing door aan te geven dat de samenwerking met de overheden steeds stroever liep en de financiële ondersteuning steeds later kwam.
In het veld van de culturele samenwerking is er nu een breed palet van organisaties die elk mooi werk leveren: de Taalunie, het Vlaams-Nederlandse huis deBuren in Brussel, de Brakke Grond in Amsterdam, Literatuur Vlaanderen, Het Nederlands Letterenfonds en onze eigen organisatie Ons Erfdeel/de lage landen. We roepen de Nederlandse regering op haar bijdrage aan dit rijke veld te garanderen.
Maar er is meer nodig. Het eerste actiepunt op cultureel vlak in de Strategienota Nederland-Vlaanderen uit 2017 was: “Uitwerken van een gezamenlijke overkoepelende visie op culturele samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland.” Een dergelijke overkoepelende visie op de culturele samenwerking is er zes jaar later nog niet.
Een overkoepelende visie op de culturele samenwerking is er zes jaar na de Strategienota nog niet
Het is hoog tijd dat de nieuwe Nederlandse en de Vlaamse regering aan het werk gaan om een dergelijke visie wel neer te zetten. Daartoe kunnen ze een gemeenschappelijke culturele commissie instellen die deze visie uitwerkt, over de uitvoering ervan waakt en zorgt voor samenhang tussen de activiteiten van de verschillende partners in het veld.
Die visie zou ook leidend kunnen zijn bij de financiering van nieuwe initiatieven. Regelmatig zetten de overheden nieuwe potjes geld klaar, zoals voor OverBruggen.info, de site die makers in de culturele sector alle informatie moest geven om de grens te slechten, of #delagelandenliefde, de campagne die het Vlaamse en Nederlandse theaterveld dichter bij elkaar moest brengen. Ook de Nederlandse grensprovincies deden hun duit in het zakje en steunden het grensoverstijgende fonds Grensverleggers. Alleen bloeden dergelijke mooie initiatieven regelmatig ook weer dood als de financiering stopt.
4. Ondersteun de literaire sector
© Marc Driessen
Met de Nederlandse taal beleeft ook het Nederlandstalige boek, zeker het literaire boek, moeilijke tijden. De uitgeverij verkeert in een polycrisis. Door ontlezing, verengelsing, hogere drukkosten, digitalisering en de concurrentie van nieuwe media verkeren veel literaire uitgeverijen in zwaar weer.
Om die crisis te bezweren, is kennis over wat er precies aan de hand is stap één. Het Vlaamse Boekenoverleg bepleit daarom in zijn memorandum de oprichting van een Kennisknooppunt voor het boekenvak. “Om een adequaat, informatiegedreven beleid te kunnen maken en evalueren, zijn er nieuwe inzichten nodig die vandaag de dag ontbreken”, stelt het. “Discussies verzanden bij gebrek aan gedeelde data en we missen de (markt)analyses die ons verder kunnen brengen.”
Vlaanderen en Nederland vormen één taalgebied. Nederlandse uitgevershuizen herbergen veel Vlaamse auteurs. Al zijn er ook verschillen tussen de Vlaamse en Nederlandse boekenmarkten, schrijvers hebben er alle belang bij beide markten te veroveren. Vandaar dat het een uitstekend idee zou zijn om van dit Kennisknooppunt voor het boekenvak een gemeenschappelijk kenniscentrum voor het hele taalgebied te maken en dit gemeenschappelijk te financieren.
Samen staan Nederland en Vlaanderen ook sterker bij de promotie van de Nederlandstalige literatuur in het buitenland. De letterenfondsen werkten uitstekend samen toen Nederland en Vlaanderen in 2016 gastland waren op de Frankfurter Buchmesse. Dat gaan ze komend voorjaar opnieuw doen op de Leipziger Buchmesse. Zaak is dat beide overheden de structurele samenwerking tussen de letterenfondsen stimuleren en daar ook budget voor uittrekken.
5. Benut de kracht van cultuurdiplomatie
© Xander Stroo / deBuren
Cultuur heeft niet alleen een intrinsieke waarde, maar is ook een economische en toeristische troef en zorgt voor uitstraling van de Lage Landen in het buitenland. Via Dutch Culture en Flanders Culture dragen Nederland en Vlaanderen elk hun cultuur uit. Maar samen sta je sterk. Daarom is het zaak culturele instellingen te steunen die het laaglandse culturele leven als geheel in het buitenland onder de aandacht brengen.
Organisaties als het Vlaams-Nederlandse huis voor cultuur en debat deBuren en Ons Erfdeel vzw met haar meertalige publicaties over de culturele en maatschappelijke ontwikkelingen in Vlaanderen en Nederland vervullen een cruciale rol in de cultuurdiplomatie. En dit niet alleen in de contacten tussen Vlaanderen en Nederland, maar ook tussen beide regio’s en de wijde wereld. Ze fungeren als megafoon, als versterker van al het boeiende dat zich ontwikkelt in de Lage Landen.
6. Stem regelgeving bij grensoverschrijdende problemen op elkaar af
© Indaver
Vervuiling verspreidt zich via rivieren en de lucht en trekt zich niets van grenzen aan. Varkensboeren die in Nederland geen vergunning kregen, vestigden zich aan de andere kant van de grens, waarop de stikstof toch weer Nederland in kwam gewaaid. Noord-Brabant wist in eerste instantie een stokje voor de door Vlaanderen zeer gewenste komst van een ethaankraker in de haven van Antwerpen te steken omdat de impact van de stikstofuitstoot op de Brabantse natuur niet afdoende in kaart was gebracht. Nederland tekende protest aan tegen vergunningen voor Vlaamse fabrieken die PFAS in de Schelde lozen, zodat de visserij in de Westerschelde in de problemen komt.
Wat de aanpak van dergelijke problemen bemoeilijkt en tot geschillen leidt, is dat Nederland en Vlaanderen regelmatig andere normenkaders en wetgeving hebben. Het is hoog tijd dat beide regeringen de regelgeving en normenkaders voor milieuvervuiling die zich van grenzen niets aantrekt op elkaar afstemmen.
7. Trek samen op vanuit welbegrepen gedeeld eigenbelang
Zeer belangrijk voor het smeden van duurzame banden tussen Vlaanderen en Nederland op alle beleidsterreinen van cultuur tot infrastructuur en op het hoogste niveau is de tweejaarlijkse top die beide regeringen houden. Op deze toppen ontkiemen plannen voor tal van samenwerkingsverbanden.
De beide regeringen leggen op deze toppen een strategische agenda voor de komende twee jaar vast. Het is zaak dit ritme te handhaven en de voortgang van die agenda strikt te monitoren, zodat het niet bij mooie voornemens blijft, maar tot klinkende resultaten komt. Ook zou de culturele samenwerking steevast op de agenda moeten staan.
Een van de grootste successen die op een dergelijke top is beklonken, is de fusie van de havens van Vlissingen, Terneuzen en Gent tot North Sea Port. Daan Schalck, de CEO van North Sea Port, bracht onlangs de boodschap: “Het is zaak de nationale reflex te overstijgen, de eeuwige vraag ‘Wat heeft mijn land erbij te winnen?’ even los te laten. Je moet een gemeenschappelijk belang creëren en daarvan uitgaan. Als je een gemeenschappelijke agenda hebt, is heel veel mogelijk.”
Een Vlaamse diplomaat formuleerde het in gelijkaardige bewoordingen: we moeten samenwerken uit welbegrepen gedeeld eigenbelang. In dat gedeelde eigenbelang is zonder twijfel het versterken van de grensoverschrijdende infrastructuur. Op dat terrein zijn de successen de jongste jaren niet zo dik gezaaid. Na een voor Nederland niet heel gunstig uitpakkende kostenbatenanalyse is de door Vlaanderen zo gewilde 3RX-verbinding tussen de haven van Antwerpen en het Ruhrgebied weer op de lange baan geschoven. De tramverbinding Hasselt-Maastricht is helemaal van de baan. Het is nog wachten op een doorbraak in de spoorverbinding tussen Hamont-Achel en Weert. Die zou een verbinding tussen grote steden Antwerpen en Eindhoven mogelijk maken, een grote sprong voorwaarts. Ook een snellere en frequentere verbinding op de as Brussel-Amsterdam heeft hoge prioriteit.
Een snellere en frequentere verbinding op de as Brussel-Amsterdam heeft hoge prioriteit
In het gedeelde belang is het broodnodig dat de regeringen niet blijven steken in gekissebis over wie welke kosten draagt, maar eendrachtig werken aan gezamenlijke, grensoverschrijdende projecten.
Ook in internationaal verband, zoals binnen de Europese Unie, kan Nederland intensiever met Vlaanderen optrekken. Veel belangrijke bevoegdheden in België, ook cultuur, liggen op gewestelijk niveau.
We adviseren de Nederlandse regering om het soortelijk gewicht van Vlaanderen binnen België maximaal te gebruiken en waar mogelijk samen op te trekken in Europees en internationaal verband. Ook liggen veel kansen voor het gezamenlijk indienen van aanvragen bij de Europese Unie.
Vlaanderen en Nederland vormen, stelde de Strategienota Vlaanderen-Nederland uit 2017, één logistieke, economische en culturele ruimte. Vanuit dat oogpunt heeft de Vlaamse regering Nederland in zowel het buitenlandbeleid als het cultuurbeleid benoemd als ‘belangrijkste partner’. We roepen de nieuwe Nederlandse regering op om die gedachte te omarmen en Vlaanderen in zowel het buitenland- als het cultuurbeleid expliciet als prioritaire partner aan te wijzen.